Op 24 april 1967 kwam de Sovjet kosmonaut Vladimir Komarov om het leven toen zijn parachute tijdens de landing van zijn ruimteschip niet uitvouwde.
Komarov testte het ruimtevaartuig Sojoez I in het midden van de ruimtewedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Eerder in 1967, had het Amerikaanse ruimteprogramma zijn eigen tragedie meegemaakt. Gus Grissom, Edward White en Roger Chafee, NASA-astronauten in het Apollo-programma, kwamen om in een brand tijdens tests op de grond.
Komarov, een gevechtspiloot en luchtvaartingenieur, had zijn eerste ruimtereis gemaakt in 1964, drie jaar voor de gedoemde reis van 1967. Na 24 uur en 16 rondjes om de aarde zou Komarov weer in de dampkring komen, maar hij kreeg problemen met de besturing van het vaartuig en was niet in staat de remmen van de raket te bedienen. Het duurde nog twee reizen rond de aarde voordat de kosmonaut erin slaagde terug te keren.
Toen Sojoez I een hoogte van 23.000 voet bereikte, zou een parachute worden uitgeworpen, die Komarov veilig naar de aarde zou brengen. Echter, de lijnen van de parachute waren verstrikt geraakt tijdens de terugkeer moeilijkheden van het vliegtuig en er was geen reserve parachute. Komarov stortte neer op de grond en kwam om het leven.
Er was een grote openbare rouwdienst voor Komarov in Moskou en zijn as werd begraven in de muur van het Kremlin. Helaas was Komarovs vrouw pas van de lancering van de Sojoez I op de hoogte gesteld toen Komarov al in een baan om de aarde was en heeft zij geen afscheid van haar man kunnen nemen.
Ondanks de gevaren gingen zowel de Sovjet-Unie als de VS door met hun ruimte-exploratieprogramma’s. De VS landden twee jaar later al mensen op de maan.