Adolescentie is de overgangsperiode tussen kindertijd en volwassenheid, en omvat fysieke en psychologische groei en ontwikkeling, en het opdoen van ervaring ter voorbereiding op de status van volwassene. Hoewel de puberteit, de biologische veranderingen in het lichaam van een jongere, onbetwistbaar is en bij alle mensen voorkomt, is het concept van adolescentie veel meer cultureel bepaald. De meesten zullen zeggen dat de adolescentie eindigt wanneer de volwassenheid begint, maar er is geen universeel aanvaarde maatstaf voor wanneer dat precies gebeurt.
Er zijn wettelijke markeringen van volwassenheid, zoals de leeftijd waarop men mag stemmen, in het leger mag, mag trouwen, autorijden of alcohol mag kopen, of de leeftijd waarop men strafrechtelijk aansprakelijk is. Veel groepen hebben ceremonies die de toetreding van een jongere tot de volwassenheid markeren, maar de leeftijd waarop dit gebeurt verschilt sterk van cultuur tot cultuur. In sommige gevallen valt het samen met het begin van de lichamelijke rijpheid, rond de leeftijd van 12 of 13 jaar (zoals in de Joodse of Moslimgemeenschappen). In andere culturen ligt de volwassenheid dichter bij het einde van de puberteit, ergens tussen 16 en 21 jaar (denk aan de viering van de 21e verjaardag). Weer anderen bereiken volwassenheid door beproevingen en tests, en daarom kan het voor verschillende mensen op verschillende leeftijden gebeuren.
Volwassenheid
In het algemeen beschouwen we in de westerse samenleving de leeftijd van 18 jaar als het einde van de adolescentie. Deze leeftijd valt ongeveer samen met het einde van de puberteit en het begin van de wettelijke meerderjarigheid. Uit een in 2003 gepubliceerde studie blijkt echter dat Amerikanen volwassenheid tegenwoordig definiëren aan de hand van de volgende factoren: financiële onafhankelijkheid, het ouderlijk huis verlaten, een opleiding afronden en voltijds werken.
Veel mensen bereiken deze mijlpalen tegenwoordig pas ver in de twintig, wat leidt tot de vraag: Zijn zij tot dit stadium nog adolescenten, of zijn we misschien begonnen met het identificeren van een ander overgangsstadium van “jongvolwassenheid” waarin men niet langer adolescent is, maar nog niet volledig volwassen?