12 Gedichten die elk kind en elke volwassene uit het hoofd zou moeten leren en kennen

author
15 minutes, 17 seconds Read
Spread the love

Wat zijn de beste gedichten voor kinderen om uit het hoofd te leren? Lees verder om gedichten te ontdekken die elk kind (en volwassene) uit het hoofd zou moeten kennen!

U wilt het memoriseren van gedichten in uw dagelijks leven opnemen, maar u weet niet zeker waar u moet beginnen.

U wilt de harten van uw kinderen vullen met melodieuze woorden en diepzinnige gedachten, maar u weet niet hoe u een gedicht moet kiezen en beginnen.

Daar zijn de 12 gedichten waarvan ik denk dat iedereen – kind en volwassene – ze uit het hoofd zou moeten kennen!

Ken uit het hoofd… niet alleen uit het hoofd leren

Waarom zeg ik, “uit het hoofd kennen,” en niet alleen “uit het hoofd leren”?

Omdat men woorden kan herkauwen zonder dat ze in de ziel zinken.

Een gedicht uit het hoofd kennen zorgt ervoor dat je er diep over nadenkt, er goed van houdt, en het altijd bij je draagt.

12 Gedichten die elk kind en elke volwassene zou moeten kennen…echt?

Wie stierf en maakte mij koningin?

Het is duidelijk dat dit niet de beste gedichten aller tijden zijn.

(Noodzakelijkerwijs. Ik bedoel, eerlijk gezegd, zou ik over sommige een duel met u uitvechten.

Maar het zijn wel enkele van mijn favorieten. Het zijn gedichten die mijn kinderen en ik kennen, onthouden en liefhebben in ons eigen huis. En ze bestrijken de waaier van menselijke ervaringen.

Beschouw ze als een uitgangspunt. Voel je vrij om je eigen gedichten te kiezen, of mijn lijst helemaal te verachten.

(Eh, maar nu even serieus. Homerus wegdoen? Chaucer? Tennyson? Uh. Ja. Laten we dat duel aangaan.)

Grijp deze gratis lijst met 100 gedichten om in de ochtend uit je hoofd te leren!

Gedichten zijn niet allemaal hetzelfde

Sommige gedichten zijn onnozel. Sommige zijn vol verlangen. Sommige zijn vervuld van liefde. Sommige zijn wanhopig.

Sommige zijn gemakkelijk, sommige zijn moeilijk.

Sommige zijn misschien zelfs een beetje verontrustend.

Maar je kent niet alle hoogten en diepten waartoe jij of je kinderen geroepen zullen worden. U weet niet wanneer zij een terneergeslagen hart moeten opbeuren of een beproeving moeten doorstaan. Vul hun hart… vul uw hart… met de lyrische woorden van schoonheid die in goede poëzie te vinden zijn!

{Dit bericht bevat affiliatelinks. Zie disclaimer.}

Begin hier, maar stop hier niet…er zijn zoveel meer gedichten om van te genieten

Begin met deze gedichten voor kinderen om uit het hoofd te leren. Kopieer degene(n) die je kiest en gebruik ze voor je ochtendtijd of geheugenwerk dit jaar. Of doe mee aan het Jaar van het Geheugenwerk: 52 weken lang gratis video’s en afdrukbare bronnen!

Maar stop hier niet.

Niet zeker waar je nu heen moet? Nooit opraken van gedichten voor kinderen om uit het hoofd te leren met deze lijst van 100 van de beste gedichten te onthouden in uw huis!

Er zijn nog veel meer prachtige gedichten te lezen en liefde en luisteren naar en geheim weg in de uitsparingen van je hart. Ik heb een Ultimate Poetry Book List speciaal voor jou!

Ben je er klaar voor?! Laten we wat gedichten uit het hoofd leren!

12 gedichten voor kinderen om uit het hoofd te leren

Gratis printbare gedichten om uit het hoofd te leren!
  1. “Nothing Gold Can Stay,” Robert Frost
  2. “Ozymandias,” Percy Bysshe Shelley
  3. “Charge of the Light Brigade,” Alfred, Lord Tennyson
  4. “Iliad” (openingsregels), Homer
  5. “Jabberwocky,”Lewis Carroll
  6. “Death Be Not Proud,” John Donne
  7. Proloog bij de Canterbury Tales, Geoffrey Chaucer
  8. “Casey at the Bat,” Ernest Lawrence Thayer
  9. “My Shadow,” Robert Louis Stevenson
  10. Palm 139:1-13
  11. “Destruction of Sennacherib,” Lord Byron
  12. Sonnet 116, William Shakespeare

Nothing Gold Can Stay

by Robert Frost

Nature’s first green is gold,
Her hardst tint to hold.
Haar vroege blad is een bloem;
maar slechts voor een uur.

Dan zakt blad tot blad.
Zo verzinkt Eden in verdriet,
Zo vergaat de dageraad tot dag.
Niets gouds kan blijven.

Ozymandias

door Percy Bysshe Shelley

Ik ontmoette een reiziger uit een antiek land,
Hij zei-“Twee enorme en slurfloze benen van steen
Staan in de woestijn. . . .
Nabij hen, op het zand,
ligt een verbrijzeld gelaat, waarvan de frons,
en de gerimpelde lip, en de sneer van koud bevel,
vertellen dat de beeldhouwer goed de hartstochten las,
die nog overleven, gestempeld op deze levenloze dingen,
De hand die hen bespotte, en het hart dat hen voedde;
En op het voetstuk, staan deze woorden:
Mijn naam is Ozymandias, Koning der Koningen.
Kijk naar mijn werken, gij machtigen, en wanhoop!
Niets daarbuiten blijft over.
Om dat kolossale Wrak, grenzeloos en kaal,
strekt zich ver weg het eenzame en vlakke zand uit.”

The Charge of the Light Brigade

door Alfred, Lord Tennyson

Ik
Half legende, half legende,
Half legende voorwaarts,
Alles in de vallei des Doods
Reden de zeshonderd.
“Voorwaarts, de Lichte Brigade!
Geloof de kanonnen!” zei hij.
In de vallei des Doods
Reden de zeshonderd.

II
“Voorwaarts, de Lichte Brigade!”
Was er iemand ontsteld?
Niet al wist de soldaat dat iemand had geblunderd.
Ze hoefden niet te antwoorden,
Ze hoefden niet te beredeneren waarom,
Ze hoefden alleen maar te doen en te sterven.
In de vallei des Doods
Reden de zeshonderd.

III
Kanonnen rechts van hen,
Kanonnen links van hen,
Kanonnen voor hen
Volleyed en donderde;
Bestormd met schoten en granaten,
Dapper reden zij en goed,
In de kaken van de Dood,
In de muil van de hel
Rode de zeshonderd.

IV
Flitsten al hun sabels bloot,
Flitsten als ze draaiden in de lucht,
Sabreerden de kanonniers daar,
Ontstormden een leger, terwijl
de hele wereld zich verwonderde.
Zich in de batterij-rook stortend
Dwars door de linie braken ze;
Kozakken en Russen
Wielen van de sabelslag
Verpletterd en uiteengedreven.
Toen reden ze terug, maar niet
niet de zeshonderd.

Van rechts van hen,
van links van hen,
van achter hen,
Volleyed en donderde;
bestormd met schot en granaat,
Terwijl paard en held sneuvelden.
Ze hadden zo goed gevochten
Kwamen door de kaken van de Dood,
terug uit de mond van de hel,
Alles wat van hen over was,
Links van zeshonderd.

VI
Wanneer zal hun glorie verbleken?
O de wilde aanval die zij deden!
De hele wereld verbaasde zich.
Eer de charge die zij maakten!
Eer de Lichte Brigade,
Mooie zeshonderd!

De Ilias

door Homerus (vertaald door Robert Fitzgerald)

(Hier zijn de eerste 6 regels om u een voorproefje te geven. We hebben de eerste 16 geleerd, hier te vinden. Ik hou van Fitzgerald’s vertaling van Homerus!)

Woede zij nu uw lied, onsterfelijke,
Akhilleus’ woede, verdoemd en verderfelijk,
die de Akhais verlies op bitter verlies
bracht en dappere zielen in het ondermaanse verdrong,
zoveel dode mannen achterlatend als aas
voor honden en vogels; en de wil van Zeus was volbracht.

Jabberwocky

door Lewis Carroll

‘Twas brillig, and the slithy toves
Doet gyre and gimble in the wabe:
All mimsy were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.

“Pas op voor de Jabberwock, mijn zoon!
De kaken die bijten, de klauwen die grijpen!
Wacht voor de Jubjubvogel, en schuw
de vunzige buidelrat!”

Hij nam zijn zwaard ter hand,
Lang zocht hij de vijand,
Zo rustte hij bij de Tumtum boom,
en stond een poosje in gedachten.

En terwijl hij in gedachten verzonken was,
kwam de Jabberwock, met vlammende ogen,
wapperend door het bos,
en gonsde terwijl hij kwam!

Een, twee! Een, twee. En door en door
Het vorpale lemmet ging snicker-snack!
Hij liet het dood achter, en met z’n hoofd
ging hij galopperend terug.

“En hebt gij de Jabberwock gedood?
Kom in mijn armen, mijn balkenende jongen!
O mooie dag! Callooh! Callay.
Hij gniffelde in zijn vreugde.

‘Twas brillig, and the slithy toves
Doid gyre and gimble in the wabe:
All mimsy were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.

Death be not proud (Holy Sonnet 10)

John Donne

Death, be not proud, though some have called you
Mighty and dreadful, for thou art so not;
For those who thou think’st thou do overthrow
Die not, poor Death, nor yet canst thou kill me.
Van rust en slaap, die slechts uw beelden zijn,
Veel genoegen; dan moet uit u nog veel meer vloeien,
En spoedig zullen onze beste mannen met u gaan,
Rest van hun gebeente, en zielsbevrijding.
Gij zijt slaaf van het lot, van het toeval, van koningen en wanhopige mannen,
En gij vertoeft in vergif, oorlog en ziekte,
En papaver of betoveringen kunnen ons even goed doen slapen
En beter dan uw slag; waarom zwelt gij dan op?
Een korte slaap voorbij, wij ontwaken eeuwig
En de dood zal niet meer zijn; dood, gij zult sterven.

Proloog bij de Canterbury Tales

Geoffrey Chaucer

Wan that Aprille with his shoures soote,
The droghte of March hades perced to the roote,
And bathed every veyne in swich licóur
Of which vertú engendred is the flour;
Want Zephirus eek met zijn swete broeth
Inspired hath in every holt and heeth
The tendre croppes, and the yonge sonne
Hat in the Ram his halfe cours y-ronne,
And smale foweles make melodye,
Die de hele nacht met open ogen slapen,
Zo prikt hem Natúre in haar koren,
Die mensen lang op pelgrimstocht laten gaan,
En palmeres voor seken straunge strondes,
To ferne halwes, kowthe in sondry londes;
En speciaal, van elke shires ende
van Engelond, naar Caunterbury wende zij,
De hooly blisful martir for to see,
That hem hath holpen whan that they were seeke.

Casey at the Bat

Ernest Lawrence Thayer

De vooruitzichten waren die dag niet briljant voor de negen van Mudville;
De score stond vier tegen twee met nog één inning te spelen.
En toen Cooney stierf op het eerste honk, en Barrows hetzelfde deed,
viel er een ziekelijke stilte over de spelers.

Een klein aantal stond op om te gaan in diepe wanhoop. De rest klampte zich vast aan de hoop die eeuwig leeft in de menselijke borst. Ze dachten, als Casey maar een slag zou kunnen slaan… We zouden nu zelfs geld inzetten met Casey aan slag.

Maar Flynn ging Casey voor, evenals Jimmy Blake,
En de eerste was een lulu en de laatste was een cake;
Dus op die getroffen menigte zat grimmige melancholie,
Want er leek maar weinig kans dat Casey aan slag zou komen.

Maar Flynn sloeg een honkslag, tot verwondering van allen,
En Blake, de zo verachte, scheurde de hoes van de bal,
En toen het stof was opgetrokken, en men zag wat er gebeurd was,
Zat Jimmy veilig op het tweede en Flynn op het derde.

Toen steeg er uit 5.000 kelen en meer een luide schreeuw op;
Het dreunde door de vallei, het ratelde in de vallei;
Het klopte op de berg en deinsde terug op de vlakte,
Want Casey, machtige Casey, naderde tot de knuppel.

Er was rust in Casey’s manier van doen toen hij op zijn plaats stapte;
Er was trots in Casey’s houding en een glimlach op Casey’s gezicht.
En toen, reagerend op het gejuich, hij lichtjes zijn hoed afdeed,
geen vreemdeling in de menigte kon twijfelen ’twas Casey aan het slaghout.

Tienduizend ogen waren op hem gericht toen hij zijn handen met vuil wreef;
Vijfduizend tongen applaudisseerden toen hij ze aan zijn shirt afveegde.
Toen, terwijl de kronkelende werper de bal in zijn heup drukte,
verontwaardiging glom in Casey’s ogen, een grijns krulde Casey’s lip.

En nu suisde de met leer bedekte bol door de lucht,
En Casey stond er hooghartig naar te kijken.
Dichtbij de stevige slagman schoot de bal ongehoord door.
“Dat is niet mijn stijl,” zei Casey. “Strike one,” zei de scheidsrechter.

Van de banken, zwart van de mensen, steeg een gedempt gebrul op,
als het slaan van de stormgolven op een strenge en verre oever.
“Dood hem! Dood de scheidsrechter!” schreeuwde iemand op de tribune;
En het is waarschijnlijk dat ze hem gedood zouden hebben als Casey zijn hand niet had opgestoken.

Met een glimlach van christelijke liefdadigheid straalde Casey’s gelaat;
Hij bedaarde het opkomende tumult; hij liet het spel doorgaan;
Hij gebaarde naar de werper, en nog eens vloog de sferoide;
Maar Casey negeerde het nog steeds, en de scheidsrechter zei, “Strike twee.”

“Bedrog!” riepen de uitzinnige duizenden, en echo antwoordde bedrog;
Maar één minachtende blik van Casey en het publiek was ontzet.
Ze zagen zijn gezicht streng en koud worden, ze zagen zijn spieren spannen,
En ze wisten dat Casey die bal niet meer voorbij zou laten gaan.

De grijns is van Casey’s lip verdwenen, zijn tanden zijn op elkaar geklemd in haat;
Hij slaat met wreed geweld zijn knuppel op de plaat.
En nu houdt de werper de bal vast, en nu laat hij hem gaan,
En nu wordt de lucht verbrijzeld door de kracht van Casey’s slag.

Oh, ergens in dit begunstigde land schijnt de zon helder;
Ergens speelt de band, en ergens zijn de harten licht,
En ergens lachen de mensen, en ergens schreeuwen de kinderen;
Maar er is geen vreugde in Mudville- de machtige Casey is uitgeslagen.

My Shadow

Robert Louis Stevenson

Ik heb een kleine schaduw die met mij in en uit gaat,
En wat het nut van hem kan zijn is meer dan ik kan zien.
Hij lijkt heel, heel erg op mij, van de hielen tot aan het hoofd;
En ik zie hem voor mij springen, als ik in mijn bed spring.

Het grappigste aan hem is de manier waarop hij graag groeit-
Niet zoals echte kinderen, dat gaat altijd heel langzaam;
Want hij schiet soms hoger op als een india-rubberen bal,
En hij wordt soms zo klein dat er helemaal niets van hem overblijft.

Hij heeft geen idee hoe kinderen moeten spelen,
En kan me alleen maar op alle manieren voor gek zetten.
Hij blijft zo dicht bij me, hij is een lafaard, dat zie je.
Ik zou me schamen om aan m’n kind te kleven, zoals die schaduw aan mij kleeft!

Op een morgen, heel vroeg, voordat de zon op was,
stond ik op en vond de blinkende dauw op iedere boterbloem;
Maar mijn luie kleine schaduw, als een onbeschaamd slaapkopje,
was thuis achter mij gebleven en lag vast in bed te slapen.

Palm 139:1-13

O Heer, U hebt mij doorzocht en mij gekend.
U weet wanneer ik zit en wanneer ik opsta.
U doorgrondt mijn gedachte van verre.
U onderzoekt mijn pad en mijn liggen.
En hebt kennis van al mijn wegen.
Even voordat er een woord op mijn tong ligt,
O Heer, U weet het allemaal.

U hebt mij van achteren en van voren omsloten,
En Uw hand op mij gelegd.
Deze kennis is te wonderlijk voor mij;
Het is te hoog, ik kan het niet bereiken.

Waar kan ik heengaan van Uw Geest?
Of waar kan ik vluchten van Uw aanwezigheid?

Zal ik ten hemel opstijgen, Gij zijt daar;
Zal ik mijn bed in Sheol opmaken, zie, Gij zijt daar.
Zal ik de vleugelen van de dageraad nemen,
Zal ik in het verste deel van de zee vertoeven,
Ook daar zal Uw hand mij leiden,
En Uw rechterhand zal mij vastgrijpen.
Als ik zeg: “De duisternis zal mij overweldigen,
En het licht rondom mij zal nacht zijn,”
Zelfs de duisternis is voor U niet duister,
En de nacht is even helder als de dag.
Donkernis en licht zijn voor U gelijk.

Want U hebt mijn binnenste geformeerd;
U hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder.

De ondergang van Sennacherib

Lord Byron

De Assyriër kwam als de wolf op de vouw af,
en zijn trawanten glansden in purper en goud,
en de glans van hun speren was als sterren op de zee,
wanneer de blauwe golf nachtelijk rolt op het diepe Galilea.

Zoals de bladeren van het woud wanneer de zomer groen is,
zo zag men die schare met hun banieren bij zonsondergang.
Zoals de bladeren van het woud wanneer de herfst heeft gewaaid,
zo lag die schare op de morgen verdord en verdord.

Want de engel des doods sloeg zijn vleugels uit op de wind,
en ademde in het gezicht van de vijand terwijl hij voorbijging,
en de ogen van de slapers werden dodelijk en kil,
en hun harten werden slechts eenmaal zwaar en werden voor altijd stil!

En daar lag het ros met zijn neusgat wijd open,
Maar er rolde niet de adem van zijn trots doorheen,
En het schuim van zijn hijgen lag wit op de zoden,
En koud als de nevel van de op de rotsen beukende branding.

En daar lag de ruiter verwrongen en bleek,
met de dauw op zijn voorhoofd, en de roest op zijn maliënkolder:
En de tenten waren allen stil, de banieren alleen,
De lansen niet geheven, de bazuin niet geblazen.

En de weduwen van Ashur zijn luid in hun jammerklacht,
En de afgoden zijn gebroken in de tempel van Baäl,
En de macht van de heiden, niet door het zwaard gesmeed,
is gesmolten als sneeuw voor de blik van de Heer!

Sonnet 116

William Shakespeare

Laat mij voor het huwelijk der ware geesten
geen beletselen opwerpen. Liefde is geen liefde
die verandert wanneer zij verandering vindt,
Of buigt met de verwijderaar om te verwijderen.
O nee! Zij is een vaste grond
Die stormen aanschouwt en nooit wankelt;
Het is de ster van elke rondwarende bast,
Wiens waarde onbekend is, ofschoon zijn hoogte wordt genomen.
De liefde is niet de dwaas van de tijd, hoewel roze lippen en wangen
binnen het kompas van zijn buigende sikkel komen;
De liefde verandert niet met zijn korte uren en weken,
maar draagt het uit zelfs tot de rand van de ondergang.
Als dit een vergissing is, en op mij is geprovoceerd,
Ik heb nooit geschreven, noch heeft een man ooit liefgehad.

Welke gedichten kent u uit uw hoofd? Kent u gedichten uit uw hoofd?

Ik hoor graag van u! Doe mee aan het gesprek op Facebook of Instagram en vertel me je favoriete gedichten voor kinderen om uit het hoofd te leren, en zorg ervoor dat je je aanmeldt voor mijn e-maillijst!

Wil je meer gedichten voor kinderen om uit het hoofd te leren? Bekijk deze andere geweldige poëziebronnen

  • The Year of Memory Work (52 weken van video recitaties en printables…GRATIS)
  • National Poetry Month resources
  • Poem in Your Pocket Day (plus gratis printables)
  • Exploring Shakespeare with Children
  • Ultimate Poetry Book List
  • Nooit uitgeput van gedichten voor kinderen om te onthouden: 100 Gedichten om in de ochtend uit het hoofd te leren
  • Hoe kies je het beste geheugenwerk
  • Kan je Haiku?
  • Poëzie Vrij Schrijven
  • Wat is Morning Time?
  • Facebook Live delen van 4 nieuwe poëzieboeken waar ik enthousiast over ben
  • YouTube playlist van mijn Jaar van Memory Work recitaties

Wil je meeluisteren naar een gesprek dat mijn dochter en ik hadden over poëzie?

Spread the love

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.