Isrāʾ

author
1 minute, 31 seconds Read

Isrāʾ, in de Islam, de nachtelijke reis van de Profeet Mohammed van Mekka naar Jeruzalem. Zoals in de Qurʾān (17:1) wordt gezinspeeld op een reis door een dienaar van God, in één enkele nacht, van de “heilige plaats van aanbidding” (al-masjid al-ḥarām) naar de “verdere plaats van aanbidding” (al-masjid al-aqṣā).

Van oudsher was men het er algemeen over eens dat de dienaar van God Mohammed was en dat de “heilige plaats van aanbidding” Mekka was. Vroege commentatoren interpreteerden de “verdere plaats van aanbidding” echter als de hemel, en het hele vers werd beschouwd als een verwijzing naar de hemelvaart van de Profeet (Miʿrāj), een hemelvaart die ook in Mekka is begonnen. In de periode van het Umayyad kalifaat (661-750), werd de “verdere plaats van aanbidding” gelezen als Jeruzalem. De twee versies werden uiteindelijk met elkaar verzoend door de Isrāʾ gewoon als de nachtelijke reis te beschouwen en het punt van Mohammeds hemelvaart te verplaatsen van Mekka naar Jeruzalem om verwarring te voorkomen. Sommige commentatoren suggereerden ook dat de Isrāʾ een visioen was dat naar Mohammed werd gezonden in zijn slaap en helemaal geen werkelijke reis; maar orthodoxe sentimenten hebben nadrukkelijk de fysieke, dus wonderbaarlijke, aard van de reis behouden.

Het Isrāʾ verhaal, sterk uitgewerkt door de traditie, vertelt dat Mohammed de reis maakte te paard van Burāq, een mythisch gevleugeld wezen, in het gezelschap van de aartsengel Jibrīl (Gabriël). Mohammed ontmoet Ibrāhīm (Abraham), Mūsā (Mozes), en ʿĪsā (Jezus) in Jeruzalem bij de al-masjid al-aqṣā (in de Umayyad periode geïdentificeerd met de plaats die nu bekend staat als de Al-Aqṣā Moskee); hij treedt dan op als leider (imām) van het rituele gebed (ṣalāt) voor alle verzamelde profeten, waarmee hij zijn vooraanstaande positie onder Gods boodschappers vaststelt. Zie ook Miʿrāj.

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.