Genetisch gemodificeerde gewassen hebben de potentie om honger en hongersnood bij miljoenen mensen uit te bannen, vooral in ontwikkelingslanden, omdat de genetische modificatie grote hoeveelheden voedsel kan produceren dat voedzamer is. Er worden grote hoeveelheden geproduceerd omdat genetisch gemodificeerde gewassen beter bestand zijn tegen plagen en droogte. Zij bevatten ook grotere hoeveelheden voedingsstoffen, zoals eiwitten en vitaminen. Er bestaat echter bezorgdheid over de veiligheid van genetisch gemodificeerde gewassen. De bezorgdheid betreft het feit dat zij allergene stoffen kunnen bevatten als gevolg van de introductie van nieuwe genen in gewassen. Een ander punt van zorg is dat bij genetische manipulatie vaak antibiotica-resistentiegenen worden gebruikt als “selecteerbare markers” en dat dit zou kunnen leiden tot de productie van antibiotica-resistente bacteriestammen die resistent zijn tegen beschikbare antibiotica. Dit zou een ernstig probleem voor de volksgezondheid vormen. De genetisch gemodificeerde gewassen zouden andere toxische stoffen kunnen bevatten (zoals verhoogde hoeveelheden zware metalen) en de gewassen zouden qua genoom, proteoom en metaboloom niet “wezenlijk gelijkwaardig” kunnen zijn aan niet-gemodificeerde gewassen. Een ander punt van zorg is dat genetisch gemodificeerde gewassen minder voedzaam zouden kunnen zijn; zo zouden zij bijvoorbeeld lagere hoeveelheden fyto-oestrogenen kunnen bevatten, die beschermen tegen hartziekten en kanker. Uit het onderzoek van de beschikbare literatuur blijkt dat de op de markt beschikbare genetisch gemodificeerde gewassen die voor menselijke consumptie bestemd zijn, over het algemeen veilig zijn; de consumptie ervan wordt niet in verband gebracht met ernstige gezondheidsproblemen. Vanwege de mogelijke blootstelling van een groot deel van de menselijke bevolking aan genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen, is er echter meer onderzoek nodig om ervoor te zorgen dat de genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen veilig zijn voor menselijke consumptie.