Anne Frank: het ware verhaal van het meisje achter het dagboek

author
12 minutes, 6 seconds Read

Albert Gomes de Mesquita is een van de laatste mensen die Anne Frank persoonlijk heeft gekend. Hij komt kort voor in haar dagboek als medeleerling aan het Joods Lyceum in Amsterdam, waar zij over hem schrijft: “Albert de Mesquita kwam van de Montessorischool en heeft een jaar gesprongen. Hij is echt slim.”

Verder is er niets. Naar alle waarschijnlijkheid is Albert min of meer uit haar geheugen verdwenen, maar voor hem is de situatie, onvermijdelijk, heel anders.

Met het verstrijken van de jaren zijn zijn herinneringen aan Anne steeds belangrijker geworden. Op 89-jarige leeftijd reist hij nog steeds internationaal naar conferenties over haar werk en leven. Anne is een vreemd soort beroemdheid geworden en Albert, als iemand die daadwerkelijk aanwezig was op het verjaardagsfeestje waarop zij haar nog lege dagboek kreeg, is een aanspreekpunt voor die roem.

Annes dagboek, dat zij iets meer dan twee jaar bijhield, vanaf haar dertiende verjaardag op 12 juni 1942 tot het moment van de inval van de nazi’s in het achterhuis waar zij met haar familie ondergedoken woonde, is in 60 talen vertaald en er zijn meer dan 30 miljoen exemplaren van verkocht. Het is een van ’s werelds beroemdste boeken. Ik vroeg Albert – de voormalige echtgenoot van Lien de Jong (het onderwerp van mijn boek Het uitgeknipte meisje, dat beschrijft hoe Lien bij mijn grootouders werd ondergebracht, en haar trauma als een van de Nederlandse “verborgen kinderen”) – wat hij dacht toen hij het voor het eerst las en hoe hij er nu over denkt. “Mijn eerste reactie,” vertelde hij, “was dat ik dat verhaal zelf geschreven zou kunnen hebben, maar later realiseerde ik me dat wat het bijzonder maakte niet lag in de gebeurtenissen die zij meemaakte (ik had immers zelf dezelfde dingen meegemaakt) maar in haar persoonlijke groei.” Op hetzelfde moment en op dezelfde manier dook Alberts familie onder. Ook zij werden ontdekt, maar in tegenstelling tot de Franken ontsnapten de De Mesquitas op miraculeuze wijze.

Nauwelijks een maand lang hadden Anne en Albert dagelijks contact. Als jongere, verlegen, nogal tenger uitziende jongen vond hij haar een beetje intimiderend. Op een keer, tijdens een biologieles, legde hun leraar uit dat een paard en een ezel, samen in een stal gezet, een muilezel konden voortbrengen. Albert stak zijn hand op om te vragen hoe dat kon, wat tot grote hilariteit van de klas leidde. Daarna, op de speelplaats, was het Anne die als eerste naar hem toe kwam met het aanbod om het uit te leggen. Hij weigerde nerveus.

Wat Albert zegt over het dagboek, dat zojuist in een nieuwe Engelse vertaling is verschenen als onderdeel van het geautoriseerde Verzameld Werk, is waar en belangrijk. Het dagboek neemt de lezer mee op reis met de auteur. De eerste maand, voordat het gezin onderduikt, is het het verhaal van een slim, extravert schoolmeisje, dat zich bijna niet bewust is van de groeiende dreiging voor de Nederlandse Joden. In plaats van zich met de oorlog bezig te houden, is ze bezig met haar eigen karakter en reputatie. Anne schrijft trots over de “menigte bewonderaars die hun aanbiddende ogen niet van mij af kunnen houden en die soms hun toevlucht moeten nemen tot een gebroken zakspiegeltje om te proberen een glimp van mij op te vangen in de klas”. Er zijn verdorven beschrijvingen van haar schoolgenoten. Ze doet verslag van hoe de leraren geïrriteerd raken door haar spraakzaamheid, waardoor ze een reeks strafopstellen krijgt met de titel Een kletskous, dan Een onverbeterlijke kletskous, en tenslotte Kwaak, kwaak, kwaak, zei juffrouw Kletspraat. In antwoord op deze laatste opdracht schreef Anne een komisch gedicht over een woedende zwaan die moorddadige aanvallen uitvoert op een stel luidruchtige eendjes. Ondanks zijn gezond verstand gaf haar leraar toe dat het zo goed was dat het aan de klas moest worden voorgelezen.

Anne’s aantekening in het vriendschapsboek van haar klasgenootje Dinie, 1940. Foto: Anne Frank Fonds, Basel, Zwitserland

Als dit onstuimige meisje plotseling wordt opgesloten in een paar kleine kamertjes met verduisterde ramen, die ze moet delen met een andere familie die vrijwel vreemden voor haar zijn, is het effect op haar “persoonlijke groei” overduidelijk. Ze blijft inventief en brutaal, maar de druk van het gemeenschappelijke leven, vermengd met momenten van rauwe terreur op momenten van bijna-ontdekking eisen hun tol. Anne voelt zich vervreemd van haar moeder en is geïrriteerd door mevrouw van Pels (de moeder van het andere gezin). Ze moet een slaapkamer delen met een man van middelbare leeftijd en krijgt een steeds grotere hekel aan hem (ze noemt hem “meneer Duffer” terwijl ze vertelt over hun stille kleine gevechten). Ze wordt verliefd op Peter van Pels, hoewel hun relatie op niets uitloopt. Tegelijkertijd is ze zich bewust van de veranderingen in haar puberlichaam, haar seksuele gevoelens en de plotselinge stemmingswisselingen die tot tranengolven leiden.

Ter midden van dit alles leest Anne in de loop der jaren veel en ontwikkelt ze een toenemende passie voor haar schrijverschap. Ze schrijft korte verhalen, komische anekdotes en begint aan een roman. Het belangrijkste is dat Anne, na het horen van een radio-uitzending van de Nederlandse regering over de noodzaak van verslagen van de bezetting, begin 1944 begint met het herzien van haar dagboek in de hoop dat het gepubliceerd kan worden. Ze breidde belangrijke episodes uit en schrapte andere. Soms voegde ze ook reflecties over haar vroegere ik toe.

Deze dialoog tussen de oudere en jongere Anne is een van de vele magische dingen aan het dagboek. Zo herlas Anne op 22 januari 1944 haar aantekening van 2 november 1942 en schreef er het volgende over:

Ik zou niet meer in staat zijn om dat soort dingen te schrijven. De hele tijd dat ik hier ben, heb ik onbewust – en soms bewust – verlangd naar vertrouwen, liefde en lichamelijke genegenheid. Dit verlangen kan in intensiteit veranderen, maar het is er altijd.

Het dagboek werd in zijn tweede versie verhevener, met passages over feminisme, Joodse identiteit, en de beklemmende vraag wie het boek zou kunnen komen lezen. De laatste aantekening, op 1 augustus 1944, gaat over Anne’s innerlijke verdeeldheid. “Ik ben in tweeën gesplitst,” vertelt ze de lezer:

De ene kant bevat mijn uitbundige vrolijkheid, mijn lichtzinnigheid, mijn vreugde in het leven en vooral mijn vermogen om de lichtere kant van de dingen te waarderen. Deze kant van mij ligt meestal op de loer om de andere kant te overrompelen, die veel zuiverder, dieper en fijner is. Niemand kent Annes betere kant.

Drie dagen later drong een eenheid van de Duitse politie het achterhuis binnen en arresteerde de bewoners. Na een maand in het Nederlandse doorgangskamp Westerbork te hebben doorgebracht, werd de groep op het allerlaatste transport naar Auschwitz gezet. In mei 1945 waren allen, behalve Annes vader Otto Frank, dood.

Anne Frank: The Collected Works is een magistrale uitgave. Het geeft het dagboek in drie verschillende versies. Versie A is de versie die Anne daadwerkelijk op de dagen zelf heeft geschreven: een rommelige tekst, met sommige aantekeningen buiten de datumvolgorde, vol komische uitweidingen. Typisch is de volgende checklist van Annes eigen schoonheid:

1. blauwe ogen, zwart haar: (nee.)
2. kuiltjes in wangen (ja.)
3. kuiltje in kin (ja.)
4. weduwepiek (nee.)
5. blanke huid (ja.)
6. rechte tanden (nee.)
7. kleine mond (nee.)
8. gekrulde wimpers (nee.)
9. rechte neus (ja.)
10. mooie kleren (soms.)
11. mooie vingernagels (soms.)
12. intelligent (soms.)

Versie A was in feite verspreid over vier delen, waarvan alleen het eerste deel een verjaardagscadeau was. Er ontbreekt een deel in deze reeks, dat de tijd van 2 mei 1943 tot 22 december 1943 zou hebben bestreken.

Versie B is Annes eigen revisie, grotendeels uitgeschreven op losse vellen carbonpapier. Het loopt ononderbroken van 20 juni 1942 tot maart 1944 en geeft ons dus het verhaal dat verloren ging door het ontbrekende deel van versie A. Het is serieuzer dan zijn voorganger, met een zorgvuldige chronologie die het verloop van de oorlog in kaart brengt.

De versie die nu bekend staat als C was die welke door Annes vader in 1947 werd gepubliceerd onder de titel The Hidden Annex. In deze versie werd het seksuele materiaal uit het dagboek geschrapt en ook veel van de kritiek die Anne op haar mede-onderduikers had geuit, werd verwijderd. Otto bracht ook enkele esthetische veranderingen aan. Versies A en B mengde hij en herschikte hij om het boek een meer samenhangend en literair karakter te geven. In zijn versie opent het boek na een korte proloog (“Ik hoop je alles te kunnen toevertrouwen … “) met het dagboek zelf:

Ik zal beginnen vanaf het moment dat ik je kreeg, het moment dat ik je op tafel zag liggen tussen mijn andere verjaardagscadeautjes. (Ik ging mee toen je werd gekocht, maar dat telt niet.)

Die beroemde opening stond noch in A (die begint met “Prachtige foto, is het niet!!!!”) noch in B, dat meer zelfbewust begint:

Het is een vreemd idee voor iemand als ik, om een dagboek bij te houden; niet alleen omdat ik dat nog nooit gedaan heb, maar ook omdat het me lijkt dat noch ik, noch wie dan ook, geïnteresseerd zal zijn in de ontboezemingen van een dertienjarig schoolmeisje.

Anne heeft wel de beroemde zinnen geschreven die nu de opening vormen, maar die kwamen verderop in versie A en zijn weggelaten uit versie B.

Otto Frank heeft dus een rol gespeeld bij de totstandkoming van het dagboek van Anne Frank zoals lezers het nu kennen, en een van de verdiensten van The Collected Works is dat het de lezer in staat stelt de ontwikkeling van het dagboek in zijn verschillende incarnaties te volgen. De collectie bevat echter veel meer dan alleen het dagboek. Er zijn prachtige en ontroerende illustraties, waaronder familiefoto’s; close-ups van documenten; facsimile pagina’s; en een plattegrond van het achterhuis. Ook opgenomen zijn Anne’s verschillende andere geschriften: 14 korte verhalen; haar onvoltooide roman; een reeks essays en herinneringen; nooit eerder gepubliceerde brieven; haar verzen in vriendschapsboekjes; haar “Notitieboek met favoriete citaten”; en “Het Egypte Boek” (een verzameling aantekeningen over het land van de farao’s die Anne maakte als een soort huishoudschoolproject tijdens haar onderduik). Tenslotte bieden de samenstellers een schat aan contextueel materiaal, van een geschiedenis van Anne’s familie (beginnend in de middeleeuwen) tot een geschiedenis van het drukken en de receptie van het dagboek (eindigend met Philip Roth’s roman Exit Ghost uit 2007).

The Complete Works geeft dus een sterk verrijkt beeld, en al lezend kan men zich niet aan de indruk onttrekken wat er van Anne geworden zou kunnen zijn. In het dagboek schrijft ze dat ze journaliste had willen worden: “Ik zou graag een jaar in Parijs en Londen willen doorbrengen, de talen leren en kunstgeschiedenis studeren. Ik heb nog steeds visioenen van prachtige jurken en fascinerende mensen.” Als je dit boek bekijkt en de geestige schetsen leest, is het gemakkelijk te zien hoe zij deze beide dingen had kunnen bereiken.

Misschien is die visie van de volwassen Anne echter bedrieglijk. Haar dagboeken geven een beeld van een jong meisje bevroren in de tijd. Wie weet hoe ze zou zijn beïnvloed door trauma’s, had ze het overleefd? Volgend jaar viert Albert zijn 90ste verjaardag – de leeftijd die Anne in juni bereikt zou hebben. Als overlevenden hebben hij en Lien de Jong (die vorig jaar 85 werd) een leven lang de tijd gehad om terug te kijken op de verschrikkingen van de jaren veertig.

Anne Frank met haar vader en zusje in 1931. Foto: United Archives GmbH/Alamy

Albert herinnert zich niet alleen Anne, maar ook al hun klasgenoten. Een van hen is Leo Slager, de jongen die Anne in haar dagboek direct na Albert noemt als iemand die “van dezelfde school komt, maar niet zo slim is”. Albert en Leo deelden een schoolbank en fietsten altijd samen naar het Lyceum (tenminste totdat het joodse bezit van fietsen strafbaar werd). Op een keer, toen ze naast elkaar fietsten, herinnerde Albert zich dat Leo plotseling remde en weigerde verder te gaan. Albert had een Duits woord gebruikt. “Leo kon niet tegen Duits,” vertelt hij, en voegt er droevig aan toe, “hij heeft de oorlog niet overleefd.”

Voor Albert was er in ieder geval de troost van het samen overleven met zijn familie, wat betekende dat er altijd herinneringen waren om te delen. Lien, als enige overlevende, had niemand om op terug te vallen, dus de verhalen van haar jeugd vervaagden. Dit was een van de dingen die me opvielen toen ik haar interviewde. Het soort wetenswaardigheden dat het dagboek van Anne Frank vult (haar liefde voor kleren of de heftige familieruzies over de vraag of zowel jongens als meisjes aardappels moesten schillen) ontbrak bijna volledig. Terwijl we samenwerkten, moesten we haar herinneringen reconstrueren uit kleine stukjes, stap voor stap om ze weer tot leven te wekken.

Als literatuurstuk is Anne Franks dagboek bepalend geworden voor de Nederlandse ervaring van de bezetting, maar haar perspectief op die periode als ondergedoken kind is noodzakelijkerwijs beperkt. De in Duitsland geboren Anne Frank was op vierjarige leeftijd met haar familie naar Amsterdam verhuisd om aan de vervolging te ontkomen, en zij ziet de Nederlanders als dappere beschermers. Toch weerspiegelt het sterftecijfer onder de Nederlandse Joden (meer dan 75%, het dubbele van alle andere westerse landen) een diep samenwerkende natie, waar de meeste arresterende agenten autochtoon waren en geen Duitser. Voor wie dit weet, is een late aantekening in het dagboek met ironie doorspekt:

Nu ik gespaard ben gebleven, is mijn eerste wens na de oorlog om Nederlands staatsburger te worden. Ik hou van de Nederlanders. Ik hou van dit land. Ik hou van de taal, en ik wil hier werken. En al moet ik de koningin schrijven, ik geef niet op voordat ik mijn doel heb bereikt!

Anne was niet “gespaard” gebleven zoals ze zich had voorgesteld. Minder dan een jaar nadat ze deze woorden had geschreven, stierven zij en haar zus aan tyfus in Bergen-Belsen. Hun geadopteerde land had, ondanks alle dapperheid van hun beschermers, het vertrouwen niet waargemaakt.

– Het uitgesneden meisje (Penguin) van Bart van Es won de 2018 Costa boek van het jaar prijs. Anne Frank: The Collected Works is uitgegeven door Bloomsbury. Om een exemplaar te bestellen ga naar guardianbookshop.com of bel 0330 333 6846. Gratis Britse p&p boven £15, alleen online bestellingen. Telefonische bestellingen min&p van £1.99.

{{#ticker}}

{topLeft}}

{{bottomLeft}}

{topRight}}

{{bottomRight}}

{{#goalExceededMarkerPercentage}}

{{/goalExceededMarkerPercentage}}

{{/ticker}}

{{heading}}

{{#paragraphs}}

{{.}}

{{/paragrafen}}{highlightedText}}

{#cta}{{text}{{/cta}}
Houd me in mei op de hoogte

Wij nemen contact met u op om u eraan te herinneren dat u een bijdrage moet leveren. Kijk uit naar een bericht in uw inbox in mei 2021. Als u vragen heeft over bijdragen, neem dan contact met ons op.

  • Delen op Facebook
  • Delen op Twitter
  • Delen via E-mail
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Pinterest
  • Delen op WhatsApp
  • Delen op Messenger

Similar Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.